Investeren in werkingsmiddelen, maar ook in onderwijspersoneel!

16.05.2017

Er is geen enkele actor uit het onderwijsveld zelf, noch uit de politiek en evenmin geen enkele burger die het maatschappelijk belang van ons onderwijs, van basis- tot hoger onderwijs, niet erkent... Toch krijgt onderwijs niet waar het recht op heeft, want bij elke besparingsronde, Vlaams of federaal, worden, naast het onderwijspersoneel, ook de onderwijsinstellingen geviseerd.

Besparen op werkingsmiddelen legt zware hypotheek op het onderwijs

Zo werd er in 2014-2015 extra op de werkingsmiddelen bespaard om de Vlaamse begroting onder controle te houden. De jaren daaropvolgend werden de werkingsmiddelen maar gedeeltelijk geïndexeerd... Hierdoor worden alle onderwijsinstellingen in de kern van hun werking getroffen. Door het recurrent effect worden de werkingsmiddelen ook op lange termijn aangetast.

Met deze besparingsmaatregelen vraagt de regering de facto aan het onderwijsveld om de economische crisis mee op te lossen. Een crisis waarvoor het onderwijsveld niet verantwoordelijk is.

Dat de besparingen op de werkingsmiddelen een zware hypotheek op het onderwijs leggen, is duidelijk. De negatieve effecten ervan op de onderwijskwaliteit zijn al geruime tijd waar te nemen. Zo voldoen didactische hulpmiddelen en de informatica-infrastructuur niet meer aan de minimale kwaliteitsvereisten. Dit heeft een negatieve invloed op de onderwijskwaliteit, maar ook op de werkomgeving en het welbevinden van het personeel. Steeds minder onderwijspersoneel zal zich onder die omstandigheden in de toekomst nog willen inzetten voor het onderwijs.

Het gebrek aan voldoende werkingsmiddelen verplicht de scholen bovendien om de kosten af te wentelen op de gezinnen. In het basisonderwijs resulteerde dit in een gevoelige stijging van de maximumfactuur. Ook in het secundair onderwijs nemen de schoolkosten overhand toe. Dit zal resulteren in een verdere escalatie van: eetfestijnen, spaghettiavonden, taartenslagen en andere geldinzamelingstoestanden… Niet meteen de core-business van het onderwijzend personeel.

Een verdere reductie van de werkingsmiddelen manifesteert zich ook voor de centra voor leerlingenbegeleiding. Ook hier worden deze werkingsmiddelen rechtstreeks gebruikt om de noden van leerlingen en ouders op te vangen. De centra hebben echter géén mogelijkheid om de gestegen uitgaven met andere inkomsten te compenseren. Hierdoor zijn de centra niet meer in staat om de opdrachten die de overheid hen opdraagt op een kwaliteitsvolle manier te realiseren.
De kinderen en jongeren van vandaag zijn de werknemers en burgers van morgen

Het aandeel van het onderwijsbudget in de Vlaamse begroting bedraagt om en bij de 39 %.

Dat is verhoudingsgewijs niet min. Desalniettemin bevinden Vlaanderens grondstoffen zich meer dan anderhalve meter boven de grond. Dat is misschien een cliché, maar daarom niet minder waar.

Van een regering met toekomstvisie wordt er dan ook op zijn minst verwacht, dat ze via het onderwijs, de toekomst van haar gemeenschap veiligstelt. Besparen op onderwijsmiddelen brengt deze toekomst in gevaar! Ook de OESO onderschrijft die mening.

De vraag dient dan ook te worden gesteld of deze regering niet wat beter zou luisteren naar econoom Paul De Grauwe. Die stelt, dat een begroting in evenwicht een fetisjisme is van jewelste. Volgens hem zijn er momenten waarop je beter investeert: in onderwijs, in een beter openbaar vervoer, in alternatieve energiebronnen om stroompannes te voorkomen, in goede wegen…

Om zijn stelling te staven, verwijst hij naar bedrijven: “Als bedrijven investeringen zouden doen zonder schulden te maken, zaten we nu nog in de middeleeuwen”. Nog volgens De Grauwe is het waanzinnig om nu niet te investeren gelet op de extreem lage rente.

Na het onweerstaanbare en aanhoudende karma van de Vlaamse regering, het aanhouden van een begroting in evenwicht, stellen we ons - niet eens retorisch – terecht de vraag wat de gevolgen van deze besparingsretoriek zullen zijn voor ons onderwijs op lange termijn...

Investeren in werkingsmiddelen, maar ook in het onderwijspersoneel!

Deze Vlaamse regering en minister van Onderwijs Crevits niet in het minst zeggen dat ze het goed menen met ons onderwijs. Als dat zo is, dan moeten de noodzakelijke extra financiële investeringen worden gedaan. Niet énkel in de werkingsmiddelen, maar ook in het onderwijspersoneel. Het is het personeel dat ons onderwijs iedere dag draaiende houdt. Zij moeten de mogelijkheid krijgen om hun taken - en in het bijzonder hun kerntaak het lesgeven - naar behoren uit te voeren.

Het VSOA Onderwijs lanceerde samen met de andere onderwijsvakbonden recent de bannercampagne: “Kwaliteitsvol werken = onderwijs versterken. Méér middelen voor onderwijs!” Die eis lijkt dus meer dan ooit op zijn plaats. Enkel wanneer de Vlaamse regering op deze eis ingaat, zal ons onderwijs maximaal zijn maatschappelijke rol kunnen spelen.

Marnix Heyndrickx

Voorzitter VSOA-Onderwijs