Coronacrisis en impact op de hulpverleningsdiensten

brandweer corona
06.04.2020

In deze coronacrisis staan de pompiers-ambulanciers ook op de eerste lijn om de getroffen patiënten naar de ziekenhuizen te vervoeren. Sinds lange tijd trekken de brandweermannen uit alle Gewesten aan de alarmbel: ze zijn onvoldoende uitgerust en ze hebben volk te kort.

 Sommige zones staan er beter voor dan andere, toch hebben alle hulpverleningszones de indruk dat ze door de federale regering in de vergeethoek zijn geduwd, hetzij voor mondmaskers, wegwerpoverals, veiligheidsbrillen of ook hydroalcoholische gel, alles wordt slechts druppelsgewijs uitgedeeld. De hydroalcoholische gel werd pas na 15 dagen in de hulpverleningszones geleverd door de civiele bescherming.

De civiele bescherming had nochtans nuttig kunnen zijn voor andere ondersteuningsopdrachten bij de hulpverleningszones zoals het zorgen voor de ontsmetting van de ambulances.

 De Brusselse brandweer heeft twee ontsmettingsketens voor de ambulances aangelegd in twee kazernes. Bij gebrek aan hulp uit de civiele bescherming worden de agenten op wacht hiermee gelast, bovenop de andere operationele opdrachten. De directie werd verplicht om, met eigen fondsen, containers te huren om het materieel en de mankrachten onderdak te geven. Zal het federale niveau de factuur betalen?

Laat ons niet vergeten dat vier van de zes kazernes van de civiele bescherming definitief hun deuren hebben gesloten. Alles werd samengebracht in twee kazernes, die van Brasschaat in Vlaanderen en die van Crisnée in Wallonië. Een hervorming door ex-minister N-VA van Binnenlandse Zaken Jan Jambon en die Brussel zonder enige zware of gespecialiseerde bescherming heeft achtergelaten.

Eric LabourdetteDe ontmetting was één van hun opdrachten en ze beschikten over het nodige materieel om hiervoor te zorgen. Waar is dat materieel naartoe gegaan? Op de 450 professionele brandweermannen werd 30% niet overgenomen binnen de twee overblijvende eenheden. Door de voortdurende ontmanteling en het steeds opnieuw aanvallen van de openbare dienst om luttele besparingen te doen, moeten die diensten, die essentieel zijn voor de veiligheid van de bevolking, vandaag helaas hun verbeeldingskracht gebruiken om hun opdrachten te vervullen, bij gebrek aan vooruitziendheid door de politieke overheid.  

De bijzondere volmachten die aan de regering zijn toegekend, waren ook een voorwendsel voor sommige zones om beslissingen te nemen zonder enig voorafgaand overleg met de vakorganisaties, terwijl de FOD Volksgezondheid en de lokale overheden het accent legden op de noodzaak om het overleg verder te zetten en indien mogelijk via videoconferentie. In feite hebben sommige zones van de gelegenheid gebruik gemaakt om eenzijdig beslissingen te nemen zonder rekening te houden noch met het overleg noch met de wet over de arbeidsduur en zodoende zijn ze gedoogzones geworden.

Nadat in eerste instantie wegwerpmaterieel moest gebruikt worden, kwam alles snel terug in orde bij de Brusselse brandweer dankzij giften maar ook talrijke aankopen die door de directie werden besteld. Nogmaals, wie zal dat betalen?

Geen enkele zone werd gespaard door dat gebrek aan materieel. Eén zone heeft zelfs mondmaskers uit textiel gemaakt, waarvan de efficiëntie meer dan twijfelachtig is, als men naar de foto’s kijkt, voor agenten die in een brandweerwagen de vooropgestelde social distancing niet kunnen aanhouden.

De vrijwillige en professionele brandweermannen staan op post, meer dan ooit, maar na de crisis zal de federale overheid rekenschap moeten geven en hun de echte middelen moeten toekennen om te functioneren.

Eric Labourdette
Voorzitter sector hulpverleningszones VSOA