VSOA niet akkoord met ondermijning van syndicaal statuut via minimale dienstverlening in gevangenissen

gevangenis
17.09.2019

Een federale regering in lopende zaken begon begin september toch met het onderhandelen op het hoogste niveau in het comité A, over de uitvoering van de op 11 april 2019 in het Staatsblad gepubliceerde wet op de minimale dienstverlening in gevangenissen. Waarom op het comité A? Omdat niet alleen de minimale dienstverlening georganiseerd wordt, maar tegelijk afbreuk gedaan wordt aan het syndicaal statuut!

Het VSOA, sector Justitie, ging eerder al niet akkoord met deze wet.

Het VSOA blijft ook nu voluit gaan voor een “no pasaran” voor een ontwerp van Koninklijk Besluit van de minister van Justitie om de wet uit te voeren. Redenen:  ondermijning van het syndicaal statuut; doorduwen van de minimale dienstverlening op eenzijdige en kortzichtige wijze;  een minderheidsregering in lopende zaken kan dit niet organiseren.

Het VSOA had deze penibele kwestie anders en beter opgelost. Het VSOA vraagt inderdaad al lang een speciaal statuut voor de penitentiaire inrichtingen, om elke afwijking rond het sociaal overleg, het syndicaal statuut en het algemeen stakingsrecht te vermijden.

Bovendien is dit een precedent. Op dit moment geldt de minimale dienstverlening enkel voor penitentiaire inrichtingen, maar zoals de zaken er nu voor staan, is er geen enkele garantie dat die minimale dienstverlening niet ook in andere openbare overheidsdiensten zal worden ingevoerd. 

Een gemotiveerde weigering

Het stakingsrecht wordt aangetast door de door de minister van Justitie voorgestelde minimale dienstverlening. Diezelfde minister slaagt er echter niet in voldoende gevangenispersoneel aan te werven. En zelfs als we een akkoord kunnen bereiken over dit voorstel, hebben we geen garantie dat de overheid zijn verplichtingen ook effectief nakomt. In plaats van de controle door de basisoverlegcomités, moet het naleven van de akkoorden onderworpen worden aan een specifiek en regelmatig toezicht.  Bovendien blijft het voorstel vaag over de toepassingsvoorwaarden van de minimale dienstverlening (inplanning van het personeel, …).

Een sterk bekritiseerd voorstel

Het VSOA ging al van in het begin niet akkoord met het ontwerp en eiste de voorlegging ervan aan het comité van de sector Justitie. In het comité A van 5 september werden een paar wijzigingen van het KB overeengekomen. Het VSOA is evenwel niet blind voor het constructief karakter van dit overleg.

Onze vakbond verwelkomt dan ook het schrappen van de bepalingen die het sociaal overleg ondermijnen en die het moeilijk zouden gemaakt hebben om een beroep te doen op de door het syndicaal statuut voorziene onafhankelijke sociaal bemiddelaars.

Het voorstel voorzag immers van in het begin « interne sociaal bemiddelaars », benoemd door de directies van de gevangenissen, zonder enige garantie op onafhankelijkheid. Het beroep op onafhankelijke sociaal bemiddelaars was enkel onderworpen aan de goedkeuring door de minister van Justitie. Gelukkig is dit geschrapt, op ons aandringen.

Een op te volgen dossier

Als het voorstel niets zegt over « emotionele » stakingen, staat de minister van Justitie in geval van agressie in oktober een uitzonderlijk ernstig sociaal overleg te wachten.

 

Bron: Ontwerp-KB betreffende de uitvoering van artikel 15 en 16 van de wet van 23.03.2019 betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel.