Openbaar ambt onder vuur!

Codex
06.04.2018

De federale regering heeft met recente beslissingen belangrijke hoekstenen uit het ambtenarenstatuut gewrikt. De nieuwe ‘Code van het federaal openbaar ambt’ (CODEX) zorgt niet voor vernieuwing van het statuut, maar voor afbraak! Argument belicht een aantal belangrijke wijzigingen.

In het voorjaar van 2018 hebben de gezamenlijke vakbonden de bevoegde minister Vandeput kunnen overtuigen om de onderhandelingen over de CODEX te starten. De minister was eerst van plan om zijn plannen zonder meer door te drukken. De onderhandelingen verlopen echter moeizaam en chaotisch. Niet alleen omdat de ontvangen documenten rommelig, onduidelijk en onvolledig zijn, maar vooral omdat de federale regering constant het geweer van schouder verandert en met verborgen agenda’s werkt. 

Door middel van het Zomerakkoord 2018 besliste de federale regering om het ziektekrediet per 1 januari 2019 af te schaffen. In het ontwerp voor de nieuwe CODEX, dat per 1 januari 2019 van kracht zal zijn, staat dat het ziektekrediet niet gewijzigd wordt. De onderhandelaars van de overheid meldden op de vergadering van Comité B doodleuk, dat zij geen mandaat hebben om hierover te onderhandelen; enkel voor de CODEX. De vakbonden maakten duidelijk dat de voorgestelde wijzigingen integraal onderdeel uitmaken van de CODEX en dus in de onderhandelingen meegenomen moeten worden. 

Ziektekrediet

Minister Vandeput wil het ziektekrediet voor het federale niveau (waaronder de speciale korpsen en autonome overheidsbedrijven) als volgt wijzigen:

  • tijdens ziekte ontvangt de federale ambtenaar de eerste 30 kalenderdagen een gewaarborgde wedde aan 100%;
  • nadien zal dat dalen naar 60% van de wedde;
  • pas bij hervallen na 14 dagen geldt weer een gewaarborgde wedde aan 100%;
  • het ziektekapitaal dat verworven is op de datum van inwerkingtreding zou wel behouden blijven.

Verder zal er een verscherpte controle zijn op afwezigheden wegens ziekte, zullen er maatregelen getroffen worden ter bestrijding van absenteïsme en worden re-integratieprojecten opgestart. Tot zover de wijzigingen, die ‘buiten’ de CODEX worden gehouden. 

Rekruteren

Bij de aanwerving moet eerst een beroep gedaan worden op het intern rekruteren. Uitzonderlijk zal er rechtstreeks extern gerekruteerd kunnen worden. Maar dat wordt dan meestal beperkt tot contractuele aanwervingen met contracten van maximaal één jaar. Het wordt dus bijzonder moeilijk gemaakt om nieuwe personeelsleden aan te werven. Met geen woord wordt gerept over het Koninklijk Besluit waarbij enkel nog gezagsfuncties in aanmerking zouden komen voor statutaire benoemingen. Alle andere aanwervingen zullen op contractuele basis zijn én bij voorkeur met contracten van bepaalde duur. Is het de bedoeling om de federale overheid langzaam te wurgen? Daar lijkt het immers sterk op. 

Bezoldiging, toelagen en vergoedingen

De mogelijkheid om versneld over te gaan naar de volgende weddeschaal wordt geschrapt; het vertragend effect bij ongunstige evaluaties blijft echter wel bestaan.
Personeelsleden die tijdelijk in een lagere klasse of graad geaffecteerd zijn worden bezoldigd in de hieraan gekoppelde weddeschaal. Dit heeft uiteraard ook gevolgen voor de eindejaarstoelage, het vakantiegeld en later het pensioen. 

Ook de toelagen en vergoedingen zijn meestal tot een minimum beperkt. Zo bedraagt de vergoeding voor telewerkkosten maximaal 20 euro per maand. Deze vergoeding dekt de kosten van verbindingen en communicaties. Terwijl het gebruik van de nodige apparatuur wel fiscaal belast wordt. Een voordeel in natura heet zoiets.

De overheid maakt zich sterk dat ze de publiek-private arbeidsmarkt op dezelfde wijze wenst te behandelen, maar hierin faalt ze volkomen. De weinige extralegale voordelen die de federale personeelsleden hadden, werden één voor één afgenomen, terwijl de private arbeidsmarkt gretig gebruik maakt van die voordelen. De personeelsleden van de federale overheid komen er weeral eens bekaaid vanaf. 

Verloven en afwezigheden

Wat de loopbaanonderbrekingen betreft weigerden de syndicale organisaties om over de beperking van de loopbaanonderbrekingen te onderhandelen in comité B gezien dit onder de competentie van comité A valt. 
Minister Vandeput snoeit in het aantal vakantiedagen. Aanvankelijk wou hij ook de bijkomende leeftijdsdagen beperken, maar na protest van de syndicale organisaties werd hij teruggefloten met als resultaat dat deze ongewijzigd blijven. Bijkomende leeftijdsdagen voor het langer moeten werken tot 66 en 67 jaar komen er echter niet. Hoeft immers nu niet, zeggen de kabinetsleden. Twee november neemt hij wel af; dit wordt dus een gewone werkdag. Het aantal brugdagen wordt beperkt tot maximaal twee. De brugdagen worden echter niet opgenomen in de CODEX, wat de toekenning hiervan in de toekomst dan ook onzeker maakt. Het aantal dagen inhaalrust wordt beperkt tot maximaal 9. Dit is wat de minister bedoelt met wildgroei aan vakantie- en verlofsystemen bij de federale ambtenaren. Hij wil evolueren naar één uniform systeem waarbij de zogenaamde “excessen” eruit moeten. Een overzicht bij de meeste federale diensten leert ons echter dat 18 dagen of 12 dagen het meest gangbaar zijn. Geen negen dagen! Alweer een miskenning van zijn gemotiveerde personeelsleden. 

Aan het omstandigheidsverlof werd er schijnbaar niets gewijzigd. Maar daar komt het addertje onder het gras tevoorschijn. Zo krijgt het personeelslid voor bijvoorbeeld een plechtige communie van zijn kind of voor het feest van de vrijzinnige jeugd een dag omstandigheidsverlof, maar enkel op de dag van de plechtigheid of het feest. Gezien dit meestal een zondag betreft, krijgt men dus helemaal niets. Een (flauw) grapje van de minister?

Opheffings- en wijzigingsbepalingen

De boeken XII (Wijzigings-en opheffingsbepalingen) en XIII (Overgangs- en slotbepalingen) vernietigen en wijzigen een hele reeks bestaande besluiten, die geen reden van bestaan meer hebben na de inwerkingtreding van de CODEX. Sommige bepalingen laten de overgang toe van wat was naar wat het zal zijn. Bijvoorbeeld, het toetreden van niveau C naar niveau A zal niet meer bestaan in de CODEX. Overgangsmaatregel: de beambten van niveau B en C, die op datum van de inwerkingtreding van de CODEX tegelijk zijn geslaagd in de eerste reeks proeven voor het toetreden naar niveau A en in minstens één van de vier proeven uit de tweede reeks, beschikken over een termijn tot 28 februari 2022, om te slagen in de andere proeven van de tweede reeks. 

We merken op, dat andere overheidsbesturen (bijv. Vlaamse regering) overeenkomstige veranderingen willen aanbrengen in hun personeelsstatuut. We zijn dan ook dubbel alert tegenover de hierboven beschreven wijzigingen.