Hervorming van de pensioenen

pensioenen
11.03.2021

De minister van Pensioenen Karin Lalieux (PS) maakte in november 2020 haar beleidsverklaring en beleidsnota bekend.

Daarin licht ze uitvoerig toe hoe ze dit jaar het regeerakkoord op het vlak van pensioenen concreet wil uitvoeren. En ze heeft haast. Een concreet pensioenhervormingsvoorstel legt ze al op 1 september aan de ministerraad voor.

We zijn positief want ze wil samenwerken met de sociale partners. Ze hanteert bij elke hervorming het gendercriterium, wil de pensioenbedragen opkrikken, waarborgt het respect voor verworven rechten en voert de pensioenbonus terug in.

Tegelijk zijn we bezorgd. De minister handhaaft alle vroegere strenge maatregelen om mensen langer te laten werken, voert het deeltijds pensioen in, ijvert voor een harmonisering van de drie pensioenstelsels (naar beneden?) en vooral, voorziet in haar nota geen enkele maatregel om vervroegd pensioen mogelijk te ma-en. Het aanvullend pensioen bij het contractueel personeel bij de overheid is kennelijk aan haar aandacht ontsnapt. Het ziektepensioen riskeert te worden afgeschaft. Budget is inderdaad helaas haar andere rode draad.

 

Zware beroepen

De enige compensatie van de pensioenafbouw van vorige regeringen, was de regeling zware beroepen. Die is verdwenen uit haar agenda. Langer werken blijft voorop staan, zonder mogelijkheid om vervroegd met pensioen te gaan: dat is een “no go” voor het VSOA. Toch bewaren we een sprankeltje hoop, nu de minister, in de pers, aankondigde dat een vervroegde eindeloopbaan met de regeling zware beroepen toch op de onderhandelingstafel terecht zal komen. VSOA zal haar aan haar woord houden!

Defensieminister Dedonder (PS) verklaarde in de pers dat niet getornd zal worden aan de pensioenleeftijd van de militairen. Ook dat verheugt het VSOA.

Fatsoenlijk pensioen én besparen

De minister van Pensioenen waarborgt een fatsoenlijk pensioen. Tegelijk zal ze de kost van de vergrijzing beheersen. Deze doelstellingen zijn tegenstrijdig. Langer werken blijft de norm.

VSOA staat achter het idee van een volwaardig en fatsoenlijk pensioen, maar wil garanties dat pensioenbedragen niet naar beneden geharmoniseerd worden, dat de huidige diverse eindeloopbaanmaatregelen bij de overheid gewaarborgd blijven, én een vervroegd einde van de (zware) loopbaan: de regeling zware beroepen.

Welke waarborgen?

Minister Lalieux belooft de nakende pensioenhervorming goed door te praten met de sociale partners. Ze belooft respect voor de al opgebouwde pensioenrechten van de ambtenaren.

VSOA pleit voor het behoud van de verworven rechten voor de gewerkte jaren, minstens tot op het ogenblik van de hervorming. Van belang is het behoud van de bijzondere tantièmes voor de jaren gepresteerd onder die loopbaanbreuken op het ogenblik van de hervorming. Voor VSOA ligt dat bijzonder gevoelig.

Daarnaast garandeert ze de nodige overgangsmaatregelen. Ze wil ook zo veel mogelijk man-vrouw -ongelijkheden in de pensioenmaatregelen verminderen.

Welke concrete hervormingen?

Langer werken voor hoger pensioen

De minister bestudeert het eindeloopbaanlandschap. Daaronder ook het deeltijds pensioen, waartegen VSOA eerder al een “no go” gaf. Ze wil mensen stimuleren langer te werken door de pensioenbonus opnieuw in te voeren.

Ze wil de koopkracht van gepensioneerden verbeteren. Tegelijk koppelt ze het recht op een minimumpensioen aan een loopbaan van 30 jaar en aan een graad van ‘effectieve’ tewerkstelling. Die maatregel treft vrouwen met onvolledige loopbanen. Gemengde loopbanen (bijv. combinatie werknemer en ambtenaar) zullen wel in aanmerking komen. De minister trekt de minimumpensioenen op voor alle pensioenstelsels, met ingang van 1 januari 2021 om in 2024 een verhoging met 11% te bereiken, met als doel 1.500 euro netto pensioen voor een volledige loopbaan.

De minister wil solidariteit organiseren tussen de hoogste en de laagste pensioenen.

Het regeerakkoord maakt gewag van een concrete harmonisering van de drie pensioenstelsels werknemers, zelfstandigen en ambtenaren tegen eind 2021. De minister spreekt in de beleidsnota, gelukkig maar, enkel over het ‘niet laten toenemen’ van de verschillen tussen de stelsels.

VSOA legt waakzaamheid aan de dag ten aanzien van de vooropgestelde ‘convergentie’ van de pensioenstelsels. Het overheidspensioen moet als norm gelden voor de andere stelsels, zo niet zal het overheidspersoneel het gelag betalen gezien statutairen geen toegang hebben tot aanvullend pensioen.

Het ontbreekt de minister kennelijk aan een specifiek plan om voor het voltallige contractueel personeel bij de overheid een veralgemening te waarborgen van de aanvullende pensioenen met minstens 3% van het brutoloon. Voor de private sector, alle lof daarvoor, staat dat wel op de agenda.

VSOA zal de minister hierover bevragen. Bovendien ijvert VSOA ervoor dat alle overheden, ook de overheidsbedrijven, bijdragen in een aanvullend pensioenplan voor hun personeelsleden.

Wat met het ziektepensioen?

Grote zorgen baart ons de geplande evaluatie van het ziektepensioen voor arbeidsongeschikte ambtenaren.

De minister van Pensioenen wil het ziektepensioen in lijn brengen met de private regeling inzake arbeidsongeschiktheid en de erbij horende re-integratietrajecten. Dat betekent dus een afschaffing van het medisch pensioen.

In de lokale besturen moeten we helaas vaststellen dat het systeem van re-integratie vooral wordt gebruikt om contractueel personeel te ont- slaan. Dat kan niet het perverse gevolg zijn van een beleid dat precies op hertewerkstelling is gefocust. We zullen onze rol hier ten volle vervullen.

Gender en pensioenhervorming

Vrouwen hebben doorgaans een kortere loopbaan, lagere lonen, bekleden lagere functies, werken vaker deeltijds. Dat heeft zijn weerslag, niet alleen in lagere lonen, maar ook in een lager pensioenbedrag. De helft van de vrouwen heeft een maandelijks wettelijk pensioen dat gemiddeld over de drie pensioenstelsels, lager ligt dan 1.191,3 euro. De loopbaanduur is een belangrijke parameter in de pensioenopbouw.

Een loopbaan van niet minder dan 30 jaar en een voorwaarde van effectieve tewerkstelling geven recht op het minimumpensioen. Voor veel vrouwen is dat onhaalbaar.

Een mogelijke optie om ongelijkheden weg te werken zou kunnen zijn, om personeelsleden die deeltijds werken te beschouwen als voltijds werkenden voor de berekening van hun pensioen.

De opbouw van een pensioenbonus is pas mogelijk op het tijdstip dat je aan de voorwaarden voldoet om vervroegd met pensioen te gaan. Aangezien vrouwen minder snel aan deze voorwaarden voldoen, zullen zij deze bonus dan ook minder snel kunnen opbouwen. Ook hier is sprake van discriminatie.

Minister van Pensioenen Karine Lalieux: “Het verschil in pensioen tussen man en vrouw bedraagt 26% in België. Daarom is het van belang om in te zetten op het wegwerken van de verschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. Elke maatregel zal aan een gendertest worden onderworpen.”

VSOA-Gender rekent erop dat minister Lalieux hier de daad bij het woord voegt en het niet bij een vrijblijvend engagement blijft deze ongelijkheid te verminderen.

 

Foto Karine Lalieux - © Belgaimage