Tijdens onze ontmoeting stelde de minister van Pensioenen het volgende: “Alle maatregelen die aangekondigd werden tijdens het begrotingsconclaaf maken deel uit van het regeerakkoord en van de algemene beleidsnota die in het federaal parlement werd neergelegd".
De minister wenst geen kortsluiting, noch in het sociaal overleg, het NPC (Nationaal Pensioen Comité) en het Comité A.
Hij stelt dat er overgangsperiodes zullen zijn. Die zullen toelaten de verworven rechten inzake pensioenen te waarborgen.
De minister wil de vermindering van het pensioenbedrag in het openbaar ambt vermijden, maar als tegenprestatie zal er langer moeten gewerkt worden.
Wat de diplomabonificatie betreft, zal een voorstel geformuleerd worden dat de verworven rechten waarborgt. De minister stelt als denkpiste dat men als duur van de loopbaan de duur van een volledige loopbaan (45 jaar) zal nemen, en volgens de gepresteerde jaren zal er een regularisering-bijdrage komen die effectief zal zijn om het geheel van de loopbaan aan te vullen. Het bedrag van de bijdrage en de berekeningswijze ervan werden nog niet bepaald.
Voor alle duidelijkheid, voor het personeel dat vandaag in functie is, zal elk gepresteerd jaar absoluut moeten opgewaardeerd worden.
Voor wat betreft het bijkomend pensioen voor de contractuelen rekent de regering op de storting van een premie die gelijk staat met 3%.
Het VSOA is er niet van overtuigd dat die premie voldoende is om te komen tot een pensioen dat gelijk is aan het pensioen van een statutaire ambtenaar van hetzelfde niveau.
De voorkeurstantièmes zullen het voorwerp uitmaken van een hervorming en zullen gelinkt worden aan de penibiliteit van de functies. De minister voorziet een overgangsperiode.
In onze ogen zal dat ongetwijfeld het meest ingewikkelde dossier zijn.
We zullen erover waken dat de minister zijn engagementen nakomt. VSOA blijft dit dossier dan ook in elke fase verder opvolgen en zal hierover informeren op regelmatige basis.
François Fernandez-Corrales
Algemeen voorzitter