De vakorganisaties van de openbare diensten - VSOA, ACV openbare diensten en ACOD - bundelen in dit opiniestuk de krachten voor de belangen van alle overheidspersoneel en burgers.
Openbare diensten zijn log, traag en inefficiënt, ambtenaren zijn lui en worden vet betaald en ‘de economie’ kreunt onder het gewicht van de overheid… Deze karikatuur krijgen we dagelijks voorgeschoteld om besparingen op openbare diensten goed te praten.
De besparingen op overheidsuitgaven maken een belangrijk deel uit van de agenda van de huidige regeringsonderhandelingen. Na een reeds jarenlange afbouw van de openbare diensten, zal er opnieuw drastisch in geknipt worden. Maar overheidsuitgaven beperken, zal het probleem van de overheidsschuld verre van oplossen. Integendeel, het zal de sociale en economische toestand in ons land verder aantasten.
Belangrijke economische rol
Want wie alles op een rijtje zet, beseft dat openbare diensten en overheidspersoneel onmisbaar zijn om de welvaart en het welzijn van alle burgers te garanderen. De afgelopen eeuw ging een stijgende welvaart wereldwijd hand in hand met een grotere rol van de openbare sector in de economie. De grootste groeicijfers van Europese landen in de naoorlogse periode hingen direct samen met een toename van het alom verketterde ‘overheidsbeslag’ – het aandeel van de overheidsuitgaven tegenover het bbp.
Overheidsuitgaven stimuleren direct en indirect economische groei door vraag te creëren in private sectoren. Het publiek aanbieden van degelijk en democratisch toegankelijk onderwijs en gezondheidszorg garandeert gezonde en goed opgeleide werknemers voor de private sector. Systemen als werkloosheidsuitkeringen en de index zorgen voor stabiliteit en continuïteit op crisismomenten. Die stabiliserende overheidsrol beschermt de koopkracht en zorgt voor economische groei. Zo kon België na de coronacrisis in 2023 een economische groei van 1,5% realiseren tegenover buurlanden Duitsland (0,3%), Frankrijk (0,9%) en Nederland (0,2%).
Sociale gelijkheid bevorderen
En er is meer. Omdat ze er voor iedereen zijn, dragen openbare diensten bij tot een grotere sociale gelijkheid. Ze moeten aan hogere standaarden voldoen dan private diensten: ziekenhuizen en scholen moeten bijvoorbeeld geografisch en financieel toegankelijk zijn voor alle burgers en niet enkel voor wie een dikke portefeuille heeft. De openbare sector is op die manier een pijler van onze democratie. Het cement van onze samenleving.
Koopkracht beschermen
En voor wie na al het voorgaande nog niet overtuigd is: openbare diensten spelen ook een onmisbare rol in het behoud van de koopkracht. Wie zou nog toegang hebben tot betaalbaar onderwijs, verzorging, cultuur en vervoer als deze sectoren geprivatiseerd zouden zijn? Willen we dan echt naar een maatschappij voor ‘the happy few’?
Bovendien zijn openbare diensten nodig om de grote uitdagingen op Europees of wereldniveau aan te pakken zoals de strijd tegen de klimaatverandering of cybercriminaliteit. Ons land staat voor enkele grote maatschappelijke uitdagingen: de vergrijzing, de opkomst van artificiële intelligentie en digitalisering, het grote aantal burn-outs, de stijgende armoede, … Daarin heeft de toekomstige regering een belangrijke verantwoordelijkheid. Maar dankzij openbare diensten kunnen we die uitdagingen efficiënt aanpakken. De overheid is dus geen externe last op de economie, maar juist een cruciale speler in het waarborgen van veiligheid, stabiliteit en welvaart.
De Wereldbank zelf roept op tot een omwenteling in het begrotingsbeleid en benadrukt dat openbare uitgaven noodzakelijk zijn: « de grootste openbare uitgaven, zoals de investeringen in het menselijk kapitaal van de jongeren of investeringen in infrastructuren en onderzoek en ontwikkeling kunnen, decennia later, een gunstige invloed hebben op de groei, de ongelijkheden of de armoede ».
Om al deze redenen is het meer dan ooit noodzakelijk dat een sociaal model op basis van de herverdeling van de rijkdom wordt gevrijwaard. De openbare diensten zijn nooit een kostenplaatje (geweest) voor de samenleving. Integendeel, ze vormen de basis van onze koopkracht!
Vergeet de stofjas …
Als werknemer verschilt de ambtenaar niet van een andere werknemer. Hij werkt hard voor zijn boterham, roeit met de riemen die hij heeft en dat met steeds minder mensen in een snel veranderende digitale wereld. Of dat allemaal gebeurt voor een marktconforme verloning, valt te betwijfelen. Voor knelpuntfuncties worden creatieve constructies bedacht en extralegale voordelen als een bedrijfswagen zijn niet aan hen besteed.
Leerkrachten, militairen en politiemensen, brandweerlieden, cipiers, zorgverleners, treinbestuurders, sluiswachters en huisvuilophalers ... Elk van hen vervult een unieke en essentiële taak in onze samenleving. Deze variatie toont aan dat dé ambtenaar niet bestaat. Elk van deze beroepen draagt bij aan het functioneren en welzijn van de maatschappij, en samen vormen zij het fundament van de openbare diensten waarop we allemaal rekenen.
If you pay peanuts …
Het wegjagen van competent overheidspersoneel door het verhogen van de werkdruk en het verslechteren van de arbeidsvoorwaarden komt noch de werknemers zelf, noch de gebruikers van deze openbare diensten ten goede.
En toch, in politieke ogen is de openbare sector eenheidsworst waarop gemakkelijk nog bespaard en in geknipt kan worden. Verrassend toch, gezien duidelijke tekorten in gevangenissen, bij douane en inspectiediensten, in het onderwijs, de zorg en openbaar vervoer, …? Meer doen met minder: minder mensen, minder middelen. De overheid verdient niet meteen een prijs van meest aantrekkelijke werkgever.
Ondanks de lange lijst van eerdere hervormingen, worden op de koop toe de overheidspensioenen opnieuw geviseerd. De voorgenomen ingrepen worden vlotjes uit de mouw geschud: verzwakken van de weddebasis, geen indexering boven een bepaald bedrag, afschaffing van de zware beroepen met inbegrip van de stelsels voor de militairen en NMBS, afbouw van de perequatie, … Maatregelen die vooral ook de laagste pensioenen zullen verlagen. We krijgen nu al signalen dat deze spreekwoordelijke druppel voor een leegloop zal zorgen. Niet enkel bij defensie maar ook in andere diensten.
De vele verschillende versies van de onderhandelingsnota benadrukken nochtans allemaal het belang van een sterke eerste pensioenpijler, exact dat wat een overheidspensioen vandaag biedt. In plaats van de ambtenarenpensioenen af te breken, maakt men dus beter werk van werkbaar werk en een solide werknemerspensioen.
Ieder voor zich?
Allicht is er morgen of overmorgen opnieuw een punt of komma verschoven. Maar de kern blijft duidelijk hardnekkig. De ambtenaren moeten en zullen opnieuw betalen. Het ziet er naar uit dat een Arizona-regering gaat voor een ‘woestijnbeleid’, eentje waarin duidelijk geen plaats is voor groei. Zo organiseren de onderhandelaars eigenhandig de bedreiging van een unieke soort: mensen die zich inzetten voor de medemens en voor een warme maatschappij voor iedereen. Deze laatste is duidelijk niet gewenst. Men gaat liever voor ieder voor zich. Zeg vooral niet dat we niet hebben gewaarschuwd.
Opiniestuk van Patrick Roijens (algemeen voorzitter VSOA), Ilse Heylen (voorzitter ACV Openbare Diensten) en Chris Reniers (voorzitter ACOD).