Pensioenhervorming op onderhandelingstafel: VSOA gaat niet akkoord

19.06.2015

Op het Comité A van 5 juni 2015 passeerde alweer een voorontwerp van wet de revue om de pensioenen te wijzigen. De gewone pensioenleeftijd gaat van 65 jaar vandaag, naar 66 in 2025 tot maar liefst 67 jaar in 2030. Vervroegd met pensioen gaan, kan vandaag op 62 jaar, en gaat naar 62,5 jaar in 2017 tot maar liefst 63 jaar in 2018, met nog strengere loopbaanvoorwaarden: 41 jaar in 2017 en 42 in 2019, ten opzichte van 40 dienstjaren voorheen (mits uitzonderingen voor lange loopbanen).

Nu de federale regering, door het diploma niet meer te laten meetellen, het behalen van die strenge loopbaanvoorwaarden bijna onmogelijk maakt, klinken de woorden met “vervroegd” pensioen gaan vandaag bijzonder wrang.

De vrouwen betalen de rekening twee keer door het gecombineerd effect van de wijzigingen aan de loopbaanonderbreking.

De werkbaarheid van het werk voor oudere werknemers wordt verwaarloosd, terwijl dit samen moet worden bekeken met langer werken.

De overgangsmaatregelen zijn totaal onvoldoende en niet in overeenstemming met de overgangsmaatregelen in de wet van 28.04.2015 (die o.a. de diplomabonificatie afschaft voor de loopbaan).

Er wordt tevens afbreuk gedaan aan de rechten van de personeelsleden met een stelsel van disponibiliteit voorafgaand aan het pensioen.  

Het VSOA betreurt de uitvoering van een pensioenhervorming in een reeks afzonderlijke pensioenwetten, buiten het Nationale Pensioencomité om. De nakende discussie in het Comité over de zware beroepen zullen toch de herziening van deze wetten met zich meebrengen. Gevolg: rechtsonzekerheid!

Het VSOA kan het dan ook niet eens zijn met de afbreuk van de pensioenrechten van onze personeelsleden en brengt bijgevolg zijn “niet-akkoord” uit.