
Onze pensioenen volgen de evolutie van de bezoldigingen van de ambtenaren die nog in dienst zijn. Dit noemen we ‘perequatie’.
Sinds 2009 gebeurt deze tweejaarlijkse aanpassing op basis van perequatiekorven volgens de verschillende sectoren binnen de openbare diensten. Ook in 2021 is de stijging eerder beperkt. Het is een collectieve en automatische maatregel. De gepensioneerde hoeft bijgevolg niets te doen.
De percentages verschillen van sector tot sector en worden per korf vastgesteld op basis van de verhogingen van: de maxima van de weddeschalen; bepaalde weddebijslagen; het vakantiegeld en de eindejaarspremie
Perequatiepercentages:
Nr |
Korf |
Verhoging |
1 |
0,0004% |
|
2 |
14,1987% |
|
3 |
0,2963% |
|
4 |
0,1350% |
|
5 |
1,9425% |
|
6 |
0,9117% |
|
7 |
0,1789% |
|
8 |
0,2337% |
|
9 |
0,0042% |
|
10 |
0,0800% |
|
11 |
0,0000% |
|
12 |
0,0001% |
|
13 |
1,7998% |
|
14 |
0,0155% |
|
15 |
0,0000% |
|
16 |
0,0000% |
.