Een jaar na de publicatie van de Strategische Visie voor Defensie

29.06.2017

Precies één jaar geleden werd de langverwachte Strategische Visie voor Defensie gepubliceerd.
 VSOA-Defensie verheugde zich over een zekere brede politieke consensus van deze leidraad tot en met 2030 voor het defensiebeleid, de bijhorende investeringen, de evolutie van de werking en organisatie en uiteraard het personeelsbeleid. Vandaag stellen we echter vast dat de grote ongerustheid onder het Defensiepersoneel aanhoudt door het uitblijven van het stuurplan of met andere woorden de uitvoering van de Strategische Visie. De regeringsplannen om de pensioenleeftijd drastisch te verhogen doen daar nog een schep bovenop.

VSOA-Defensie heeft zijn bedenkingen in verband met de sourcing

De sourcing van niet militair specifieke activiteiten moet ertoe leiden dat Defensie zich volledig kan focussen op haar kerntaken en de operationele inzet, en daarnaast een kostenbesparing teweegbrengen van 10%. De eerste proefprojecten gingen inmiddels van start. 
De nadruk leggen op kerntaken is niet meer dan logisch. Wel heeft VSOA-Defensie bedenkingen bij de veiligheidsscreening van het personeel dat de betrokken privébedrijven zullen tewerkstellen en bij het rendement van deze projecten. Het valt inderdaad nog te bekijken of er wel degelijk zal bespaard worden

Onduidelijkheid omtrent de infrastructuur

Het personeel wacht nog steeds op duidelijkheid over het structuurplan. Bezorgdheid en onzekerheid troef dus, want via de media vernemen we hier en daar over een mogelijke sluiting van de ene of de andere kazerne. Voor VSOA Defensie is het in elk geval uitgesloten om nieuwe sociale drama’s te beleven als deze in 2009 bij de voltooiing van “het transformatieplan De Crem". We denken aan de problemen voor onze militairen en hun families. Het personeel is bovendien hervormingsmoe en verdient stabiliteit. VSOA-Defensie is dan ook gekant tegen de sluiting van eender welk kwartier. 

Een jonge Defensie met een flexibel personeelsbeleid

Het Life Time Employment wordt stelselmatig afgebouwd om te kunnen voldoen aan de noden van Defensie en ook in te spelen op een algemene maatschappelijke trend waar jongeren vaker aan job-hopping doen. Hiervoor creëerde Defensie het statuut BDL waarbij de militair 5 à 8 jaar zijn land kan dienen om daarna eventueel door te stromen naar het beroepsstatuut of defensie te verlaten met begeleiding. Net dit laatste is helemaal niet geregeld en biedt geen garantie op een job na de militaire loopbaan. Precies dan heeft die jongere nood aan garanties en een vangnet. De begeleiding moet concreter zodat de militair die bij Defensie start ook zicht heeft op een job erna.

Bezorgdheid betreffende de werving en attritie

Om uitvoering te geven aan het ambitieniveau en de operationele inzet van Defensie, is er in de Strategische Visie sprake van een verjonging van het militair personeel. Daarvoor zal in de komende jaren de werving van jongeren gradueel verhoogd worden tot een maximum van 2100 nieuwe rekruten vanaf 2021. VSOA-Defensie stelt zich echter de vraag of deze 2100 rekruten wel voldoende zullen zijn om de doelstelling te halen.
Daarnaast moet er nagedacht worden om de job als militair op geldelijk vlak aantrekkelijker te maken, gekoppeld aan een hogere verloning en premies die de motivatie stimuleren bij jongeren. Ook extralegale voordelen zoals gratis medische zorgen, openbaar vervoer, commerciële voordelen… moeten uitgebreid worden.

Onduidelijkheden in verband met de pensioenen

Op 15 oktober 2016 werd Defensie, naar aanleiding van het begrotingsconclaaf, andermaal het kind van de rekening. Inderdaad, tijdens elke budgettaire bespreking van de regering komt Defensie onder de hakbijl. Maar deze laatste principebeslissing tartte elke verbeelding. Met één pennentrek is de regering van plan om de pensioenleeftijd te verhogen tot minimum 63 jaar. VSOA-Defensie kan in geen geval brutale en ondoordachte principebeslissingen aanvaarden. De principebeslissing laat geen spaander heel van het personeelsbeleid uiteengezet in de Strategische Visie zoals een verjonging van Defensie, het dalen van het aantal militairen, het structuurplan (personeel moet toch ergens tewerkgesteld worden), de attritie, het concept Life Time Employment...

Conclusie

Met de Strategische Visie heeft deze regering een goede keuze gemaakt voor de interne en externe veiligheid van ons land en voorziet zij om tegen horizon 2030 eindelijk te investeren in de Belgische Defensie na decennia besparingen. Blijkbaar is de noodzaak aan een goed uitgerust en getraind leger duidelijk geworden, waarbij rationalisatie en efficiëntie de sleutelwoorden zijn. Defensie en de militairen hebben in deze onzekere en onveilige tijden meermaals hun waarde, loyaliteit, professionaliteit en inzet getoond. Of het nu gaat over de bewakingsopdrachten onder terreurniveau 3, hun bijstand tijdens de verschrikkelijke terroristische aanslagen van 22 maart 2016 en het neutraliseren van een terrorist op 20 juni 2017, bewaking van gevangenissen bij staking van cipiers, operationele inzet van zowel de land-, de marine- als de luchtcomponent, ondersteund door medisch geschoold personeel,… de militair voert uit, zonder vragen te stellen. Zelfs wanneer bepaalde opdrachten in strijd zijn met de welzijnswetgeving. De militair is opgeleid, getraind en loyaal aan de beslissingen van de regering. Het militair beroep is meer dan een zwaar beroep, het is een specifiek beroep. De militair verdient dan ook erkenning voor zijn loyaliteit, inzet, beschikbaarheid, bereidwilligheid om bevelen op te volgen en zelfs het leven te laten indien nodig.

Het is hoogtijd om deze erkenning in daden om te zetten.

Edwin Lauwereins
Voorzitter VSOA-Defensie